S.C. Schröder
.jpg "body=[<b>Beschrijving:</b> Johannes Philippus Suijling<br><b>Vervaardiger:</b> S.C. Schröder<br><b>Nummer:</b> UG-5162<br><b>Bron:</b> Universiteits Museum Utrecht]")
Johannes Philippus Suijling
's-Hertogenbosch 4 september 1869 - 's-Gravenhage 14 juni 1962 (92)
Gewoon hoogleraar Het burgerlijk recht, het internationaal privaatrecht.Album Promotorum
Johannes Philippus Suijling
|
Suijling vestigde zich na zijn promotie in Den Bosch als advocaat en procureur, maar het was niet de praktijk die hem trok. Hij verdiepte zich verder in de juridische literatuur en studeerde onder andere in Berlijn en Parijs. Na korte tijd rechter-plaatsvervanger te zijn geweest, werd hij in 1900 benoemd tot rechter in de arrondissementsrechtbank van Den Bosch. In 1903 vestigde hij zich in Den Haag om tot 1911 als raadadviseur aan het ministerie van Justitie werkzaam te zijn. In 1907 werd Suijling buitengewoon hoogleraar in het volkenrecht aan de Leidse universiteit. In 1911 werd hij hoogleraar in het burgerlijk en internationaal privaatrecht aan de Utrechtse Universiteit. Hij was de opvolger van zijn promotor Hamaker. Suijling was in de jaren '20 en '30 hoofdredacteur van de reeks 'Nederlandsch Belastingrecht'. In zijn Utrechtse periode begon hij aan zijn levenswerk 'Inleiding tot het burgerlijk recht', een zeer systematisch werk. Hij was in 1925 een van de oprichters van het Fonds ten behoeve van Indologische Studiën aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. In 1929 ging hij wegens gezondheidsredenen met emeritaat. |  |
dap.library.uu.nl
Encyclopedie van Noord-Brabant
Suyling, Johannes Philippus
bron: Wegens zijn bijzondere verdienste, 1949('s-Hertogenbosch 1869 - 's-Gravenhage 1962), rechtsgeleerde; studeerde rechten, werd in 1907 buitengewoon hoogleraar volkenrecht aan de Universiteit van Leiden, was van 1911-29 hoogleraar aan de universiteit van Utrecht in internationaal privaatrecht en in burgerlijk recht; door de Indologische Faculteit te Utrecht werd in 1949 een studie „Wegens bijzondere verdienste” aan hem opgedragen. Hij publiceerde: Inleiding tot burgelijk recht; Recht en staat in de empirische wetenschap; Leven en stervend recht; De subjectieve rechten in het positieve privaat- en publieksrecht. | 146 |
Encyclopdie van Noord-Brabant 4 (1986) 146
Genealogie
Literatuur en bronnenpublicaties
Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979) 569-570
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 297
Encyclopdie van Noord-Brabant 4 (1986) 146
F.C. Gerretson, Wegens zijn bijzondere verdienste () 175-216
L.J. Hijmans van den Bergh, Jaarboek van de Rijksuniversiteit te Utrecht 1961-1962 () 47-52
J. van der Poel, Weekblad voor fiscaal recht 91 (1962) 533-535
H. Schuttevâer, Privaatrecht en belastingrecht (Deventer, 1972) 145-169
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |